Infectie bij een prothese
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
U bent opgenomen op de afdeling Orthopedie van het Martini Ziekenhuis. Dit is omdat u misschien een infectie heeft bij uw gewrichtsprothese. In deze folder leest u over een infectie, de behandeling en de opname op de afdeling. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen? Stel die dan gerust aan uw behandelend arts, verpleegkundig specialist of de verpleegkundige. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.
Opleidingsziekenhuis
Het Martini ziekenhuis is een opleidingsziekenhuis. Dit betekent dat u naast de behandelend specialist, ook arts-assistenten en/of coassistenten in opleiding tegen kunt komen. Zij werken altijd onder supervisie van de specialisten en zijn betrokken in het hele traject dat u als patiënt doorloopt. Ze doen bijvoorbeeld poliklinische consulten. Ook lopen ze visite op de verpleegafdeling. En ze voeren operaties uit en zijn ook betrokken bij de nazorg. Alle handelingen worden samen met of onder supervisie van de specialist uitgevoerd. De kwaliteit van zorg en uw veiligheid zijn hierbij altijd gewaarborgd.
Infectie bij een prothese
Een ontsteking van een (operatie)wond door bacteriën heet een infectie. Na het plaatsen van een prothese kan een infectie ontstaan. Een infectie bij een prothese kan leiden tot allerlei klachten. De prothese kan uiteindelijk zelfs loslaten. Ook kan een infectie ertoe leiden dat u ziek wordt met hoge koorts. Daarom is een snelle behandeling nodig.
Er zijn 2 soorten infecties: een acute (vroege) en een chronische (late) infectie.
Acute infectie
Een acute infectie ontstaat kort na de operatie (binnen 3 maanden). Kenmerken zijn een rode vurige wond, met zwelling en pijn. Ook kan er wondvocht of pus uit de wond lekken. Deze infectie kan ook optreden op een later moment in uw leven. Is er ergens anders in het lichaam een infectie? Bijvoorbeeld een ontstoken kies of een rode ingegroeide teennagel? Dan kan een bacterie via uw bloedbaan bij de prothese komen.
Chronische infectie
Een chronische infectie betekent dat deze pas na maanden of jaren ontdekt wordt. Dit merkt u bijvoorbeeld aan een steeds pijnlijker gewricht.
Voorbereiding
Tijdens de opname en de operatie zijn er maatregelen om een infectie te voorkomen. Die leest u hieronder:
- Mensen die drager zijn van de aureus-bacterie krijgen voor de operatie een behandeling. De behandeling bestaat uit Hibiscrub en Bactroban-neuszalf.
- Patiënten douchen voor de operatie.
- Patiënten worden met een schoon bed naar de operatiekamer gereden.
- In de operatiekamer wordt steriel gewerkt.
- Elke patiënt die een prothese krijgt, krijgt antibiotica om een infectie te voorkomen. De antibiotica wordt tijdens en na de operatie gegeven.
- Wondverzorging op de verpleegafdeling gebeurt zo steriel mogelijk. Net als op de operatiekamer, zodat ook daar de kans op infectie wordt geminimaliseerd.
Ondanks al deze maatregelen blijft er altijd kans op een infectie. Ook kan een infectie op een andere plaats in het lichaam via de bloedbaan overslaan naar de prothese.
De behandeling
Om de infectie te bestrijden, reinigt de orthopedisch chirurg uw geïnfecteerde prothese. Ook reinigt de chirurg het weefsel daaromheen. Dat gebeurt tijdens een operatie. Dit heet een DAIR-procedure.
Tijdens de operatie neemt de orthopedisch chirurg kweken (kleine stukjes weefsel) af. De microbioloog onderzoekt deze stukjes weefsel op bacteriën. De DAIR-procedure moet soms nog een keer gedaan worden.
Verwijdering prothese
Soms is de infectie zo ernstig dat de prothese verwijderd moet worden. U hebt dan tijdelijk geen prothese. Zo kan het geïnfecteerde gebied tot rust komen en bacterievrij worden. De orthopedisch chirurg kan dan een spacer plaatsen. Dit is een tijdelijke prothese van cement. In dit cement zit antibiotica. De spacer vult de plaats op waar de prothese zat, waardoor uw spieren de goede lengte houden. Bij een latere operatie kan de chirurg de nieuwe prothese dan makkelijker plaatsen.
Nieuwe prothese
Pas als het gebied bacterievrij is, kan een nieuwe prothese geplaatst worden. Zijn nog niet alle bacteriën verdwenen? Dan is de kans groot dat de nieuwe prothese ook weer geïnfecteerd raakt. Meestal duurt het 6 weken tot 3 maanden voordat de chirurg een nieuwe prothese kan plaatsen. Soms duurt het nog langer.
Antibiotica via infuus
Na de operatie krijgt u antibiotica via een infuus. U krijgt eerst breedspectrum antibiotica. Dat betekent dat het een groot aantal bacteriën bestrijdt. De microbioloog onderzoekt dan welke bacterie de infectie bij u veroorzaakt. Dat duurt ongeveer 5 werkdagen. Is bekend welke bacterie de infectie veroorzaakt? Dan krijgt u smalspectrum antibiotica. Dat bestrijdt alleen de bacterie die u heeft.
Na de behandeling
Als u eenmaal op de verpleegafdeling bent opgenomen, zijn er een paar dingen waar u rekening mee moet houden. Ook zijn er dingen waar u zich op kunt voorbereiden:
Antibiotica
U krijgt 2 weken antibiotica via het infuus. De hele antibioticabehandeling duurt 3 tot 6 maanden. De antibiotica kan voor bijwerkingen zorgen. Bijvoorbeeld minder zin om te eten, misselijkheid en diarree. Het is belangrijk om voldoende te drinken en te eten. Om u hierbij te helpen, komt een diëtist bij u langs.
Psychische ondersteuning
Een opname voor een infectie bij uw gewrichtsprothese kan aangrijpend zijn. Zowel voor u als voor uw naasten. Misschien heeft u daardoor behoefte aan psychische ondersteuning. Dit wordt u door de verpleegkundige aangeboden. U mag hier natuurlijk ook zelf om vragen.
Bloedafname en bloeddrukcontrole
3 keer per week wordt bij u bloed afgenomen om de infectiewaarden te controleren. Zo kan de arts zien of de behandeling goed effect heeft. Ook worden uw nierfuncties en leverfuncties 1 keer per week gecontroleerd. Ook dit gebeurt door bloedonderzoek. Dit is belangrijk: antibiotica kan ervoor zorgen dat de nieren en de lever minder goed werken.
De verpleegkundige meet 3 keer per dag de bloeddruk, de temperatuur en de pols. Dit is om uw lichamelijke conditie en de reactie op de antibiotica te beoordelen.
Eenpersoonskamer
Omdat u op een afdeling ligt met patiënten die net een nieuwe prothese hebben gekregen, ligt u op een eenpersoonskamer. Dit heet isolatieverpleging. Dat zorgt ervoor dat een andere patiënt geen infectie kan oplopen. Uw bezoek kan natuurlijk gewoon langskomen. Voor hun hangen er aandachtspunten op de deur van de patiëntenkamer.
Bedrust
Na de operatie kunt u een aantal dagen bedrust krijgen om de wond te laten genezen. Als de wond weinig lekt, mag u in uw kamer wat bewegen. Dit doet u in overleg met de arts of verpleegkundig specialist. De fysiotherapeut geeft u een aantal oefeningen om uw spieren in conditie en op lengte te houden.
Isolatieverpleging
De verpleegkundige draagt bij de wondverzorging altijd handschoenen en een blauw schort. Dit heet isolatieverpleging.
Trombose
Door de operatie bent u vaak minder mobiel. Daardoor heeft u kans op trombose (klontering van het bloed). Om dit te voorkomen, krijgt u na de operatie bloedverdunnende injecties. Deze krijgt u een paar weken lang.
Nieuwe prothese
Als de orthopedisch chirurg uw prothese heeft verwijderd, krijgt u een datum voor de volgende operatie. Een nieuwe prothese kan vaak pas na 6 tot 12 weken geplaatst worden.
Wondspoeling
Soms is de infectie niet voldoende onder controle. Dit merkt u bijvoorbeeld doordat u koorts krijgt. Ook herkent u dit aan een stijgende infectiewaarde in het bloed. Verder kan er pusachtig wondvocht uit de wond komen. Als dat zo is, zal de orthopedisch chirurg de wond spoelen.
Infectiebespreking
Elke woensdagmiddag is er een bespreking met orthopedisch chirurgen, arts-assistenten, een verpleegkundig specialist, microbioloog en infectioloog. Dit is de multidisciplinaire infectiebespreking. Tijdens dit overleg wordt besproken wat op dat moment de beste behandeling voor u is. Worden tijdens dit overleg veranderingen in uw behandeling afgesproken? Dan hoort u dat meteen.
Weer naar huis
- De behandelend orthopedisch chirurg beslist wanneer u weer naar huis mag. Dat kan alleen als u geen verschijnselen van een infectie meer heeft. Dus als u geen koorts meer heeft en als de pijn onder controle is. Ook wordt gekeken of de wond dicht is of nog minimaal lekt. En of de ontstekingswaarden in het bloed naar beneden gaan.
- Als u naar huis mag, wordt met u overlegd of u thuiszorg nodig heeft. Ook wordt er overlegd of u nog revalidatie nodig heeft in een verpleeghuis.
- Soms is het nodig dat u antibiotica via het infuus krijgt, in plaats van tabletten of capsules. Als dat niet thuis mogelijk is, dan kunt u naar een verpleeghuis.
Controle
U blijft onder controle van de orthopedisch chirurg. U komt na 1 tot 2 weken terug bij de verpleegkundig specialist voor controle. Na 6 weken komt u voor controle terug bij uw behandelend orthopedisch chirurg.
Versie: 20150122 08-2023 infectie bij een prothese