Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Doorbloedingsstoornissen van de benen
Terug naar bovenliggende pagina

Doorbloedingsstoornissen van de benen

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U heeft pijnklachten in uw benen. Daarom bent u doorverwezen naar de polikliniek Chirurgie. Uw pijnklachten komen mogelijk door doorbloedingsstoornissen. Er zijn verschillende operaties mogelijk. In deze folder leest u meer over het onderzoek en de verschillende ingrepen. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw arts.

Doorbloedingsstoornissen

De grote lichaamsslagader (aorta) splitst zich ter hoogte van de navel in bekkenslagaders. Deze bekkenslagaders gaan naar de benen. Net onder de liesplooi en onder het kniegewricht, splitsen de slagaders in het been zich weer. Zit er in 1 van de slagaders een vernauwing? Dan kan dat klachten in de billen of het been veroorzaken.

Ernst van de afwijkingen

Er zijn 4 categorieën om te bepalen hoe ernstig uw vaatafwijking is: 

  1. U heeft aantoonbaar vaatlijden maar geen klachten.
  2. U heeft een doorbloedingsstoornis met klachten, die vooral door inspanning komen. Dit heet etalagebenen.
  3. U heeft doorbloedingsstoornissen die zorgen voor pijn in rust of nachtelijke pijn.
  4. U heeft wonden door doorbloedingsproblemen van de slagaders.

Deze categorieën zijn belangrijk. Klachten uit categorie 2 zijn namelijk hinderlijk, maar bedreigen uw been niet direct. Heeft u klachten in categorie 3 en 4 dan heeft u gevorderd vaatlijden (kritieke ischemie). Dan kan uw been wel bedreigd zijn. Als u dan niet wordt behandeld, kan zelfs een amputatie nodig zijn.

Etalagebenen (Claudicatio intermittens)

Tijdens het vraaggesprek en de vaatdiagnostiek hoort u of u etalagebenen heeft. Op de polikliniek spreekt u met een vaatchirurg, (vaat)chirurg in opleiding of chirurgisch assistent (ANIOS). U wordt onderzocht en samen met u wordt besproken wat de mogelijkheden zijn.

Risico's

Een belangrijke eerste stap bij etalagebenen is het herkennen van risico's. Daarna is het veranderen van de leefstijl belangrijk. Risico's voor het ontwikkelen van een vaataandoening zijn:

  • Verhoogd glucosegehalte of gestoorde glucosehuishouding in het bloed (onder andere diabetes)
  • Hoge bloeddruk (hypertensie)
  • Hoog cholesterolgehalte (dyslipidemie of hypercholesterolaemie)
  • Overgewicht (obesitas)
  • Meer risico bij mannen
  • In enkele gevallen erfelijkheid

Leefstijlfactoren

Uw levensstijl is belangrijk bij het voorkomen van een vaataandoening. Zaken die een vaataandoening kunnen veroorzaken of erger kunnen maken zijn:

  • Roken
  • Weinig beweging
  • Een ongezond eetpatroon 
  • (Overmatig) gebruik van verdovende middelen

Onderzoek en diagnose

Op de polikliniek Vaatchirurgie beantwoordt u vragen en krijgt u een lichamelijk onderzoek. Dit gebeurt op de kamer van de vaatdiagnostiek. Daarna krijgt u te horen in welke categorie uw klachten vallen.

Soms wordt er een echo van uw buikslagader gemaakt. Deze echo is om te kijken of er geen nieuwe verwijdingen zijn. De echo gebeurt bij mannen tussen de 55 en 80 jaar oud en bij vrouwen tussen de 65 en 80 jaar oud.

Er zijn 2 vervolgstappen na een intakegesprek op de poli Vaatchirurgie.

Er is geen sprake van etalagebenen 

Als dat zo is, adviseert de behandelaar u over mogelijke andere redenen voor de klachten. Soms verwijst de behandelaar u door naar een ander specialisme.

Er is sprake van etalagebenen

U wordt bijna altijd eerst verwezen naar de fysiotherapeut voor looptraining. De resultaten hiervan zijn na 1 jaar bijna net zo goed als een dotterbehandeling. Het voordeel is dat u geen last heeft van mogelijke complicaties van de dotterbehandeling. Het doel van de looptraining is om langer pijnvrij te kunnen lopen.

Als het nodig is, wordt er gestart met medicatie. Dit is om de kans op verdere hart- en vaatziekten zo klein mogelijk te maken. Meestal is dit een bloedverdunner en een cholesterolverlager. Na een paar maanden wordt gekeken of uw looptraining en de pijnvrije loopafstand verbetert.

Online keuzehulp

Er is een online keuzehulp die uitleg geeft van wat etalagebenen precies zijn. Ook leest u wat de voor- en nadelen van de behandelingen zijn. De keuzehulp kunt u hier vinden: Keuzehulp etalagebenen.

Gevorderd vaatlijden (kritieke ischemie)

Als de looptraining toch niet goed werkt, dan krijgt u meestal een aanvullend onderzoek. Vaak is dit een CT-scan. Dit is om te kijken waar de vernauwingen of verstoppingen zich bevinden. Bij gevorderd vaatlijden (kritieke ischemie) is er risico op snel verlies van functie of weefselverval. Als dat bij u zo is, krijgt u vaak aanvullende onderzoek.

Gevorderd vaatlijden wordt ook wel kritieke ischemie genoemd. Als er sprake is van gevorderd vaatlijden, dan is er meer onderzoek en behandeling nodig. Hoe snel dit nodig is, hangt af van de klachten.  

Soms kan het zijn dat u een bedreigd been heeft. Als u dan niet meteen wordt behandeld, kan het leiden tot amputatie. Bij wonden is het daarom belangrijk om snel meer bloed naar het been of de arm te krijgen. Hiervoor zijn er 3 soorten ingrepen:

  • Door de slagaders te dotteren of te stenten verbetert de doorgang. Dit is een endovasculaire ingreep.
  • Het verstopte deel van de slagader kan schoongemaakt worden met een omleiding (bypass). Dit is een open operatie.
  • Soms is een combinatie van beide manieren nodig om het beste resultaat te krijgen. Dit is een hybride operatie.

Aanvullend onderzoek

Met aanvullend onderzoek wordt gekeken welke behandeling in uw situatie het beste is. Soms is het nodig om te kijken welke alternatieve opties er zijn. Dit onderzoek bestaat meestal uit een CT-scan met contrastvloeistof. Het contrastvloeistof is nodig om de bloedvaten goed zichtbaar te maken. 

Online keuzehulp

Er is een online keuzehulp beschikbaar met verdere uitleg over kritieke ischemie. Ook leest u wat de voor- en nadelen van de behandelingen zijn. De keuzehulp kunt u hier vinden: Keuzehulp kritieke ischemie

Behandelingen en operaties

Er zijn verschillende behandelingen en operaties mogelijk. Hieronder leest u welke manieren er zijn:

Endovasculaire ingreep, dotteren of stentplaatsing

Bij het dotteren of plaatsen van een stent wordt in de slagaders geprikt. Dit gebeurt onder lokale verdoving. Daarna wordt de vernauwing of afsluiting in de slagader gedotterd. Dit gebeurt met draden, katheters en een ballon. Hierbij wordt de vernauwing opgerekt om zo meer ruimte in het bloedvat te krijgen. Zo kan het bloed er beter doorstromen. Soms moet er ook een stent worden geplaatst om het behandelde deel van de slagader goed open te houden.

Deze behandeling vindt plaats op de interventiekamer onder plaatselijke verdoving. Of op het operatiecomplex als hybride behandeling. Het gemaakte gat in de slagaders wordt vaak met een plugje afgesloten. Dit plugje lost op in 3 maanden. Na de behandeling onder lokale verdoving ligt u 2 tot 6 uur plat. De behandeling kan vaak in dagbehandeling plaatsvinden. U kunt dan dezelfde dag weer naar huis.

Liesdesobstructie

Een liesdesobstructie is het schoonmaken van de liesslagader. Deze operatie gebeurt met een ruggenprik (mogelijk met een roesje). Soms is een algehele narcose nodig. In de liesregio wordt een snee gemaakt om bij de slagader te komen. 

Tijdens de ingreep wordt de bloedstroom tijdelijk onderbroken. Dit is nodig om de slagader open te maken. Dan wordt de vernauwing verwijderd. De slagader wordt daarna weer gesloten. Dit gebeurt met een kunststof reepje of een eigen ader, een zogenaamde patch. Dit is om vernauwing van het bloedvat door het hechten te voorkomen. De opname duurt gemiddeld 3 dagen.

Bypass

Bij een bypassoperatie wordt een omleiding langs het verstopte deel van de slagader aangelegd. Dit is meestal vanuit de lies naar het onderbeen of net boven de knie. Soms wordt er een bypass aangelegd. Deze loopt van de ene liesslagader naar de andere liesslagader. Dat gebeurt wanneer 1 van beide bekkenslagaders afgesloten is. 

Voor de omleiding wordt bij voorkeur een eigen ader uit het eigen been gebruikt. Als u geen geschikte eigen ader heeft, dan wordt er een kunststof ader (prothese) gebruikt. De resultaten van een prothese zijn minder goed. Als er bijvoorbeeld een infectie optreedt, is de behandeling daarvan lastiger. De opname duurt gemiddeld 3 tot 5 dagen.

Amputatie

Is er teveel weefselschade? Lukt het niet met een ingreep om de doorbloeding te verbeteren? Of is de ingreep niet mogelijk? Dan kan een amputatie noodzakelijk zijn. Amputatie betekent dat een deel van het lichaam wordt afgezet. Bijvoorbeeld een teen, de voorvoet, onderbeen of bovenbeen. De belangrijkste redenen hiervoor zijn om een soms levensbedreigende situatie te voorkomen. Of omdat de pijn niet goed op een andere manier te behandelen is. 

Een amputatie wordt altijd eerst met u besproken. Het is een ingrijpende gebeurtenis, voor u, uw familie en uw omgeving. Daarom stelt de chirurg alleen in het uiterste geval een amputatie voor.

Er wordt een zo distaal (richting de tenen) mogelijk amputatieniveau gekozen. Dit niveau hangt af van de aanwezige weefselschade en de aanwezige doorbloeding. Ook wordt rekening gehouden met uw revalidatie en een prothese. Dit gaat in overleg met de revalidatiearts.

Mogelijke complicaties

Bij iedere behandeling kunnen problemen optreden. Bij looptraining zijn er geen mogelijke complicaties. Als uw klachten snel verergeren, neemt u dan contact op met de fysiotherapeut. U mag ook de polikliniek Chirurgie bellen.

Mogelijke complicaties na het dotteren zijn een nabloeding of afsluiting van een bloedvat. Of het wegschieten van een stolsel (embolie) naar verderop in het been. Soms is dan een spoedoperatie nodig. Heel soms kan dit leiden tot een amputatie.

Na een liesdesobstructie en bypass komen dezelfde complicaties voor als na een dotterbehandeling. Met hierbij nog het risico op een wondinfectie van de operatiewonden. Bovendien kan tijdens een bypassoperatie schade optreden aan een gevoelszenuw. Dan kunt u een doof of tintelend gevoel hebben. Dit gevoel ontstaat aan de binnenzijde van uw bovenbeen, scheenbeen of de wreef.

20230057 Doorbloedingsstoornissen van de benen 7-12-2023

 

Specialisme: Vaatchirurgie Chirurgie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.