Bevallen en weer naar huis

Inleiding

Hartelijk gefeliciteerd met de geboorte van uw kindje. Tijdens uw opname krijgt u zoveel mogelijk informatie over uw kraamtijd. In deze folder vindt u informatie over enkele praktische zaken. Ook leest u meer over de zorg voor uzelf en voor uw kind. Wanneer u weer naar huis gaat, kunt u deze folder thuis nog eens rustig doornemen.

Klachten

Na de bevalling kunt u last hebben van bloedverlies, pijn en vermoeidheid. Ook merkt u het aan uw borsten. 

Bloedverlies

• Het is normaal dat u na de bevalling om de 3 uur het maandverband moet verwisselen. Bij het opstaan of plassen kunt u een bloedstolsel verliezen.
• Moet u binnen een half uur maandverband verwisselen? Dan heeft u te veel bloedverlies. Probeer in dat geval eerst te plassen.
• Krijgt u steeds meer last van duizeligheid of bloedverlies? Neem dan contact op met uw verloskundige of huisarts.

Pijn

Na de bevalling kunt u last van naweeën hebben. Dit zijn samentrekkingen van de baarmoeder. Deze moet weer krimpen. Hierdoor wordt het bloedverlies minder. Paracetamol kan verlichting geven.

Ook kan uw onderlichaam pijnlijk zijn door een scheur of door een knip die is gezet. Een ijskompres in combinatie met paracetamol kan verlichting geven.

Vermoeidheid

Vermoeidheid is een veelgehoorde klacht na een bevalling. Dit ontstaat vaak doordat uw lijf een hormonale verandering meemaakt. Andere redenen zijn een verandering van ritme, slaapgebrek en het ontzwangeren. Neem daarom voldoende rust.

Last van de borsten

De eerste dagen na de bevalling worden uw borsten wat voller en voelen ze gespannen aan. Dit heet stuwing. Uw temperatuur kan dan ook wat stijgen, wat normaal is.

Borstvoeding

Geeft u borstvoeding en heeft u veel last van stuwing? Vertel dit aan de verpleegkundige of kraamverzorger. Samen maakt u een plan hoe u het beste met de stuwing om kunt gaan.

Flesvoeding

Geeft u flesvoeding en heeft u last van stuwing? Dan is het aan te raden om een stevige bh aan te doen en deze 24 uur per dag te dragen. Voor de pijn kunt u paracetamol slikken. Soms is het prettig om een ijskompres tegen de borsten te houden.

Verzorging

Na de bevalling moet u goed voor uw baby en uzelf zorgen. Hieronder leest u hoe u dat doet.

Plassen

• Het is belangrijk om regelmatig te plassen. De aandrang om te moeten plassen kan op zich laten wachten. 
• U moet binnen 6 tot 8 uur na de bevalling hebben geplast.
• Tijdens of na het plassen kunt u gebruikmaken van de spoelfles, gevuld met lauw water. Verschoon voor gebruik het water.
• Het advies is om voor iedere voeding te gaan plassen.

Hygiëne

U bent gevoeliger voor infecties in uw kraamperiode. Was daarom regelmatig uw handen om ongemakken te voorkomen. Was uw handen voordat u uw borsten verzorgt, gaat voeden of uw kind gaat verzorgen.

Voedingsboek

In het voedingsboek staan observatielijsten en uitleg over borstvoeding en kunstvoeding. Tijdens uw opname neemt de verpleegkundige het voedingsboek met u door. U hoort dan hoe u of uw partner de observatielijsten invult. 

Bij ontslag krijgt u dit voedingsboek mee. Zo heeft u een overzicht van alle voedingstijden en mogelijke adviezen. Deze kunt u thuis nog eens rustig doornemen. Voor de kraamzorg is het voedingsboek ook belangrijk als bron van informatie.

Temperatuur van de baby

De temperatuur van uw baby zou tussen de 36,8 graden Celsius en 37,5 graden Celsius moeten zijn. De eerste dagen wordt de temperatuur tijdens de verschoning gecontroleerd. Als de temperatuur onder de 36,8 graden Celsius komt, dan heeft uw kind een kruik nodig. Leg deze bovenop de dekens en niet in direct contact met uw kind. Boven de 37,5 graden Celsius is een kruik niet nodig.

Is de temperatuur van uw baby onder de 36,5 graden Celsius of boven de 38,0 graden Celsius? Dan moet u de verpleging, kraamverzorgende, verloskundige of huisarts waarschuwen.

Verschonen

• Voor iedere voeding verschoont u uw kind. Let hierbij op of uw kind heeft geplast of gepoept.
• De eerste ontlasting ziet er zwart/groen uit en wordt meconium genoemd.
• Het navelstompje moet droog blijven. Plaats daarom de luier eronder.
• Ziet de huid er rood of pussig uit? Neem dan contact op met de verpleging, kraamverzorgende, verloskundige of huisarts.

Gemeenschap

Zolang u nog bloederige/bruine afscheiding verliest, wordt seksueel contact afgeraden. Na 4 tot 6 weken verdwijnt deze afscheiding vaak. Bij veel vrouwen duurt het enige tijd voordat ze weer zin hebben in gemeenschap. Dit is normaal.

Anticonceptie

Gebruik anticonceptie als u niet direct weer zwanger wilt worden.

• 2 weken na de bevalling kunt u de pil weer gebruiken. Zolang u borstvoeding geeft, worden pillen met oestrogeen afgeraden. 
• Zodra de baarmoeder voldoende gekrompen is, kunt u ook een spiraaltje laten plaatsen. Van de gynaecoloog kunt u meer informatie krijgen.

Kraamzorg

Op het moment dat u hoort dat u met ontslag gaat, belt u zelf met het kraamcentrum. De kraamverzorgende begeleidt u nog een aantal dagen bij de zorg van uw kind en uzelf. Ook kunt u met uw vragen bij de kraamverzorgende terecht.

Voordat u weer naar huis gaat, krijgt u een brief van het ziekenhuis. Het is belangrijk om deze brief aan de kraamverzorgende te overhandigen.

Nazorg

De verpleegkundige belt de verloskundige of huisarts als u weer naar huis mag. Ook krijgen zij de brief die u mee heeft gekregen op het moment van ontslag. De verloskundige of huisarts zal dan de volgende dag bij u langskomen. Deze persoon is vanaf dat moment uw aanspreekpunt bij vragen of bijzonderheden.

Controle

Heeft u nog verdere vragen? Of wilt u uw bevalling nog eens doorspreken? Dan kunt u een controleafspraak maken bij de verloskundige of gynaecoloog. De afspraak is op de polikliniek Gynaecologie/Verloskunde.

Soms is deze afspraak al voor u gemaakt en komt u na 6 weken terug voor controle. Mogelijk krijgt u een afspraak voor controle op de polikliniek Kindergeneeskunde.

Versie: 1224792 Bevallen en weer naar huis 2023-09