Tandwortelimplantaat voor vervanging tand of kies

Voorbereiding

Op de dag van het aanbrengen van het tandwortelimplantaat gaat u volgens afspraak naar de polikliniek MKA. Voor het plaatsen van implantaten is ter plekke wel voldoende kaakbot nodig. Om dit te onderzoeken maken wij röntgenfoto’s en soms een CT-scan op de eigen polikliniek. Als bij het onderzoek blijkt dat er een tekort aan kaakbot is, kan eerst een hersteloperatie nodig zijn om de kaak op te hogen.

Ingreep

Voorafgaand aan de ingreep geeft de MKA-chirurg u een plaatselijke verdoving. Hij schuift het tandvlees opzij, verwijdert het schroefje uit het eventuele bottransplantaat en plaatst vervolgens het tandwortelimplantaat.

De operatie kan in één of twee fasen plaats vinden. Bij de éénfasetechniek is het tandwortelimplantaat direct zichtbaar en wordt het tandvlees er omheen gehecht. Is bij u sprake van een ‘tweefasenimplantaat’? Dan heeft u na ongeveer 6 tot 12 weken een tweede, kleinere ingreep onder plaatselijke verdoving voor het aanbrengen van het opzetstukje. Hierbij maakt de MKA-chirurg een kleine snee in het tandvlees en brengt het opzetstukje aan op het implantaat. Het opzetstukje is dan te zien in de mond.

In veel gevallen wordt voor het precies plaatsen van de implantaten een soort plastic mal (boorsjabloon) gebruikt. Hiervoor maakt de tandarts die de prothese gaat maken een afdruk van uw gebit.

Meestal lossen de hechtingen na een ruime week vanzelf op. Soms moeten ze na 1 tot 2 weken worden verwijderd. U krijgt daarvoor dan een afspraak bij de MKA-chirurg. De ingreep duurt ongeveer 30 minuten tot 1 uur. Na afloop kunt u gewoon weer naar huis.

Na de ingreep

U kunt na de ingreep de voorgeschreven pijnstillers gebruiken. Het beste is om hiermee te beginnen voordat de verdoving is uitgewerkt, dus bij thuiskomst of uiterlijk 1 uur na de ingreep. De kans op een nabloeding is zeer klein omdat de wond is gehecht. Wel is het normaal dat er af en toe een beetje bloed uit het wondje komt. Dit stopt meestal vanzelf.

Door de behandeling kan uw wang, kin of lip gaan opzwellen. Dit is een normaal gevolg van de ingreep. Het is verstandig om de wang en/of kin aan de buitenkant direct na de behandeling enkele uren met een cold-pack of ijsklontjes in een plastic zakje afwisselend 10 minuten te koelen. Na drie dagen slinkt de zwelling langzaam en verdwijnt uiteindelijk volledig.

Wij adviseren om vanaf de tweede dag na de ingreep een week lang 2 tot 3 maal per dag de mond te spoelen met een desinfecterend mondspoelmiddel. U krijgt daar een recept voor mee. In sommige gevallen krijgt u ook een antibioticakuur voorgeschreven.

In principe mag u alles eten en ook gewoon tanden poetsen (bij voorkeur niet met een electrische tandenborstel), zolang u niet te dicht bij de wond komt.

Na het aanbrengen van een implantaat krijgt u altijd een controle afspraak. Eventueel nog aanwezige hechtingen haalt de MKA-chirurg dan voor u weg.

Nazorg

Gemiddeld kan het 2 tot 6 maanden duren voordat het implantaat voldoende is vastgegroeid. Dat hangt af van de kwaliteit van uw bot. Wanneer het implantaat voldoende in uw kaak gehecht is, kan de tandarts beginnen met het vervaardigen van de kroon.

Het eerste jaar blijft u onder controle van de MKA-chirurg. Als alles verder goed gaat, neemt uw eigen tandarts daarna de controles van kroon en implantaat over. Roken verkort de levensduur van uw implantaat. Vandaar dat u het dringend advies krijgt niet (meer) te roken. Bij een goede mondhygiëne en regelmatige controle kan het implantaat jarenlang meegaan.

Versie: 12 februari 2020