Op de operatieafdeling start de anesthesioloog met de verdoving. Hij/zij legt een infuus aan in uw arm, dit is een naald met daaraan een slangetje, voor de toediening van vocht, medicijnen en de algehele narcose (anesthesie).
De KNO-arts maakt in een bestaande huidplooi een ongeveer 5 cm lange horizontale huidsnede ongeveer 3 cm onder de kaakrand en verwijdert hierdoor de onderkaakspeekselklier(en). In dit gedeelte van de hals lopen takken van de aangezichtszenuw, de tong- en smaakzenuw. De KNO-arts zal deze zenuwen altijd proberen te sparen. Soms ontstaat een gat in het slijmvlies van de mondholte. Dit geneest later meestal zonder problemen vanzelf. Bij een sterke verdenking op een kwaadaardig gezwel (kanker) zal de KNO-arts tijdens de operatie meestal ook lymfeklieren rondom de onderkaakspeekselklier verwijderen en opsturen voor microscopisch onderzoek.
Deze ingreep heeft meestal geen nadelige gevolgen, hoewel er wel een iets grotere kans op zenuwbeschadiging bestaat. Tot slot brengt de arts een wonddrain (een dun slangetje) in het operatiegebied voor de afvoer van wondvocht en om bloedophoping onder de huid te voorkomen en hecht de operatiewond.
Na de operatie
Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer (Recovery) waar u enkele uren verblijft voor controle van uw hartslag en bloeddruk. Wanneer alle controles in orde zijn, mag u terug naar de verpleegafdeling. Wanneer u goed kunt drinken, verwijdert de verpleegkundige het infuus. Op de dag van de operatie krijgt u vloeibaar voedsel, de dag erna mag u weer normaal eten.
Na de operatie heeft u nog de wonddrain die het wondvocht afzuigt. Dit is meestal 48 uur nodig. De pijn na de operatie is gering. Paracetamol is doorgaans voldoende als pijnstiller. In het wondgebied kan enige zwelling optreden, maar dit komt zelden voor. U kunt ook een verdoofd gevoel in het operatiegebied hebben, als de gevoelszenuwen van de huid rond de huidsnede tijdens de operatie enigszins beschadigd zijn.
Op de eerste of de tweede dag zal de verpleegkundige in overleg met de arts de wonddrain verwijderen. Dit is gevoelig. Wanneer er verder geen bijzonderheden zijn, mag u daarna naar huis.
Nazorg
Na 8 tot 10 dagen zal de KNO-arts of de huisarts uw hechtingen verwijderen. De zwelling in uw hals is na enkele weken weer verdwenen. Soms blijft het wondgebied (te) pijnlijk of wordt na enkele dagen pijnlijk en zwelt op. De huid rond de wond is of wordt dan ook vaak rood. Neemt u dan contact op met uw KNO-arts. Er kan dan sprake zijn van een wondinfectie. U krijgt hiervoor eventueel een antibioticumkuur.
Als er zenuwen tijdens de operatie beschadigd zijn, zullen deze zich in de loop van enkele weken tot enkele maanden zo goed als herstellen. Hierdoor verdwijnt het verdoofde gevoel grotendeels. Wanneer lymfeklieren bij u zijn verwijderd voor nader onderzoek in het laboratorium, krijgt u (uiterlijk) bij uw eerstvolgende controleafspraak de uitslag van het onderzoek van uw behandelend specialist. Deze bespreekt met u ook de eventuele vervolgbehandeling(en). Bij kwaadaardige tumoren is vaak nog bestraling noodzakelijk.