Terugkerende blaasontsteking bij vrouwen
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Een blaasontsteking is een bacteriële ontsteking van uw urinewegen. Het wordt ook wel een urineweginfectie genoemd. Meer dan de helft van de vrouwen heeft er wel eens last van. De ontsteking kan behalve in uw blaas ook in de urineleiders en in de urinebuis zitten. Het is belangrijk om de blaasontsteking op tijd te behandelen. Zo voorkomt u een ontsteking van de nieren (een nierbekkenontsteking). Het gebeurt vaak dat een blaasontsteking terugkomt, ondanks alle maatregelen die u treft. In deze folder leest u meer over een blaasontsteking. U leest wat u zelf kunt doen en welke behandelingen de uroloog kan voorstellen.
Wat veroorzaakt een blaasontsteking?
Een blaasontsteking ontstaat meestal door bacteriën in uw darmen. Deze bacteriën komen vanuit de anus via uw huid in uw urinebuis terecht. Omdat vrouwen een kortere urinebuis hebben dan mannen, kunnen bacteriën makkelijker in de blaas terecht komen. Vrouwen hebben daarom sneller last van een blaasontsteking.
Klachten bij een blaasontsteking:
- Pijn bij het plassen.
- Vaak kleine beetjes plassen.
- Steeds heel nodig moeten plassen.
- Pijnlijk of drukkend gevoel in uw onderbuik of rug.
- Een andere kleur of geur van uw plas.
Bij een nierbekkenontsteking heeft u meestal ook nog andere klachten:
- Een ziek gevoel.
- Pijn in de zij.
Wat doet u als u denkt dat u een blaasontsteking heeft?
Denkt u dat u een blaasontsteking heeft? Laat dan uw plas testen bij uw huisarts. U vangt daarvoor wat (ochtend)urine op in een schoon potje en sluit het potje goed af. De apotheek verkoopt goed afsluitbare opvangbakjes. De plas kan het beste binnen twee uur worden onderzocht. Wanneer dat niet lukt, kunt u uw plas in de koelkast bewaren (maximaal 24 uur).
Urinekweek
In sommige gevallen doet uw arts een urinekweek. Zo wordt duidelijk of er een bacterie aanwezig is en welke bacterie het is die de infectie veroorzaakt. Als die bacterie gevonden wordt, kan de arts u de juiste medicijnen voorschrijven.
Heeft u vaak een blaasontsteking (meer dan 3 per jaar) dan is een urinekweek heel belangrijk. De behandelend arts ziet dan of het steeds dezelfde bacterie is, of dat de ontsteking door een andere bacterie wordt veroorzaakt. Als dat duidelijk is, kunt u worden doorverwezen naar de uroloog of internist-infectioloog. Zij stellen dan vast waardoor de infectie steeds terugkeert.
Bacteriën
De aanwezigheid van bacteriën in uw plas is niet hetzelfde als een blaasontsteking. Bij een blaasontsteking heeft u bacteriën in uw plas en klachten zoals vaak plassen, branderig gevoel of koorts.
Heeft u bacteriën in uw plas maar geen klachten? Dan is een behandeling niet nodig. Ook uw plas na laten kijken hoeft dan niet. Als u na een medicijnkuur geen klachten meer heeft, hoeft u uw plas niet meer te laten controleren.
Laat uw urine niet controleren na een kuur. Zo voorkomt u dat u onnodig een antibioticakuur krijgt. Onnodig antibiotica slikken leidt tot verminderde gevoeligheid van de bacteriën voor deze middelen. Gebruik alleen antibiotica als uw arts dat adviseert.
Onderzoek
Heeft u vaak blaasontstekingen of een nierbekkenontsteking? Dan is het mogelijk dat uw huisarts u doorverwijst naar een uroloog voor een onderzoek of behandeling:
- Een plasdagboek.
- Een bloed- of urine-onderzoek.
- Een echo van uw nieren.
- Plassen op een computer-toilet en controleren of u uw blaas leeg heeft geplast.
- Een kijkonderzoek van uw blaas.
Mogelijke behandelingen
Welke behandeling u daarna krijgt, hangt af van de uitslagen van het onderzoek. Soms wordt u doorverwezen naar een internist-infectioloog. Het doel van de behandeling is het aantal infecties te verminderen. Het is meestal niet mogelijk om de infecties helemaal te laten verdwijnen. Hieronder volgen een aantal mogelijkheden:
Onderhoudskuur
Een langdurige medicijnkuur (onderhoudskuur). Door de kuur voorkomt u een nieuwe infectie. De natuurlijke beschermlaag in uw blaas kan zich zo herstellen. U krijgt dan minder vaak infecties. Een onderhoudskuur duurt 3 tot 6 maanden.
Vrijen
Krijgt u steeds na het vrijen een blaasontsteking? Dan kan het zinvol zijn om na het vrijen een medicijn te nemen. Dit kunt u een lange tijd doen.
Blaaswandinfectie
Heeft u een infectie van de blaaswand? Dan krijgt u een korte kuur met medicijnen die in het weefsel van de blaas terechtkomen.
Vaginale droogheid
Bij vrouwen na de overgang wordt vaginale droogheid behandeld door vaginale zetpillen met een lichte dosis oestrogeen (vrouwelijk hormoon). Dit maakt het slijmvlies van de vagina minder kwetsbaar en beter bestand tegen bacteriën.
Blaasspoeling
U krijgt blaasspoelingen met een medicijn of jodium als tabletten niet geschikt zijn. Bijvoorbeeld bij een allergie of een resistente bacterie.
Verstopping
Gebruik van Laxantia, een middel dat uw stoelgang soepel maakt. Blaasontstekingen worden soms veroorzaakt door verstopping van uw ontlasting. Door de ontlasting soepel te maken neemt het aantal blaasontstekingen af. Dit kan door veel vezels te eten en veel te drinken.
Bekkenfysiotherapie
Bekkenfysiotherapie helpt om uw plastechniek en plaspatroon aan te passen. Dit kan het aantal infecties verminderen en ook pijn in de onderbuik voorkomen.
Wat kunt u zelf doen?
U kunt veel doen om een blaasontsteking te voorkomen:
- Drink voldoende, het liefst 2 liter per dag.
- Om blaasontstekingen te voorkomen, zou u anderhalf tot 2 liter urine per 24 uur moeten maken. U kunt zelf met een maatbeker nagaan hoeveel u per 24 uur plast. U schrijft de uitkomsten in een schrift. Dit wordt ook wel een plasdagboek genoemd. De informatie uit een plasdagboek is voor een arts heel nuttig.
- Plas uw blaas altijd goed leeg. Neem rustig de tijd.
- Was uw vagina met water. Gebruik geen zeep, geen hygiënische doekjes en geen vaginale douches. Dit verstoort de goede beschermende bacteriën in uw vagina.
- Plas na het vrijen. Hiermee worden bacteriën weggespoeld die rond en in de urinebuis zijn gekomen.
- Gebruik geen zaaddodend glijmiddel.
- Veeg na het toiletbezoek van voren naar achteren af. Hiermee voorkomt u dat bacteriën uit de ontlasting bij de urinebuis komen.
- Cranberrytabletten kunnen een blaasontsteking soms helpen voorkomen.
- Cranberrysap werkt minder goed, want dat heeft een minder geconcentreerde samenstelling. Het is niet bewezen dat vitamine C helpt.
Deze maatregelen zijn ook belangrijk wanneer u al een blaasontsteking heeft. Een lichte blaasontsteking kan hiermee zelfs vanzelf over gaan.
Versie: 20210070 06-2023 Terugkerende blaasontsteking bij vrouwen