Aan het laden

Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.

Go to Google Translate

  1. Home
  2. Folders
  3. Plasbuisoperatie (urethrachirurgie)
Terug naar bovenliggende pagina

Plasbuisoperatie (urethrachirurgie)

Folder

Algemeen

  • Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
  • Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
  • Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
  • Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.

Inleiding

U wordt binnenkort opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een urologische operatie. In deze folder leest u meer over de oorzaken en behandelingen van vernauwingen van de plasbuis (urethrastricturen). De informatie in deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog.

Anatomie van de plasbuis (urethra)

Een vernauwing van uw plasbuis kan bij mannen plasklachten veroorzaken. Ook kan het ervoor zorgen dat u niet kan plassen (urineretentie). Een plasbuisvernauwing (urethrastrictuur) kan overal in de plasbuis ontstaan. De vernauwing is vaak het gevolg van een beschadiging van de plasbuis.
Wat de beste behandeling van een vernauwing is, hangt af van de plaats en de ernst van de vernauwing. Het is belangrijk dat de arts precies weet waar de vernauwing in de plasbuis zit, wat de lengte van de vernauwing is en wat de afstand is van de vernauwing tot de sluitspier. Dit wordt goed onderzocht, zodat u de juiste behandeling krijgt.

Oorzaken van plasbuisvernauwing (urethrastrictuur)

Vernauwingen in de plasbuis zijn meestal het gevolg van een beschadiging van de plasbuis. Dit kan gebeuren door:

  • Een ongeval in uw kruis (tussen anus en balzak) of de penis, zoals een val op de stang van de fiets, een trap in het kruis of het afscheuren van de plasbuis bij een bekkenbreuk.
  • Het inbrengen van een katheter (een slangetje dat is bedoeld om urine uit de blaas te halen). De vernauwing kan ook bij toeval worden ontdekt bij het inbrengen van een katheter. Op de plaats van de vernauwing kan de katheter dan niet verder worden ingebracht.
  • Een urologische kijkoperatie of behandeling van uw blaas of prostaat (een TUR-operatie).
  • Bestraling van de plasbuis, bijvoorbeeld voor prostaatkanker.

Behalve beschadigingen van de plasbuis zijn er ook andere oorzaken van een plasbuisvernauwingen:

  • Een ernstige infectie van de plasbuis, meestal veroorzaakt door een geslachtsziekte (SOA).
  • Een huidziekte van uw eikel en voorhuid, die zich uitbreidt naar de plasbuis (lichen sclerosus).
  • Een aangeboren afwijking van de tip van de plasbuis (hypospadie) en de gevolgen van operaties aan de hypospadie.

Klachten bij vernauwing in de plasbuis

Welke klachten wijzen op een vernauwing van de plasbuis?

  • De kracht van uw urinestraal is bij het plassen minder geworden en u moet persen om de blaas goed leeg te plassen.
  • Het plassen duurt langer.
  • Doordat de blaas soms niet goed leeg kan worden geplast, wordt de kans op een blaasontsteking groter.
  • Een vervelend gevoel als u moet plassen.

Onderzoek naar vernauwingen van de plasbuis

Er zijn een paar manieren om onderzoek te doen naar de vernauwing van uw plasbuis.

Uroflowmetrie (meten van de urinestraal)

Bij dit onderzoek heeft u een volle blaas. U plast op een speciaal toilet met meetapparatuur. Zo wordt gemeten hoe krachtig uw urinestraal is. Daarna wordt met een echoapparaat gekeken of er nog urine in uw blaas is achtergebleven. Dit heet residumeting.

Urethrocystoscopie

Bij urethrocystoscopie schuift de uroloog een slangetje in uw plasbuis. Aan het slangetje zit een camera (een cystoscoop). De camera is verbonden met een monitor. Zo kan de uroloog de binnenkant van uw plasbuis goed bekijken. Als er een vernauwing is, kan de uroloog die zien en de plaats van de vernauwing bepalen. Het onderzoek gebeurt op de polikliniek Urologie.

Röntgenonderzoek (retrograad urethrogram)

Het röntgenonderzoek vindt plaats op de afdeling Radiologie of op de polikliniek Urologie. Er wordt een slangetje in het begin van uw plasbuis geplaatst. Door dit slangetje wordt contrastvloeistof in de plasbuis gespoten, zodat de binnenkant van de plasbuis gevuld wordt. Met een röntgenapparaat wordt dan een foto van de plasbuis gemaakt. Door de vloeistof is een vernauwing goed te zien.

Een vernauwing verhelpen

Heeft u een korte vernauwing? Dan is dat meestal goed te behandelen. Een langere vernauwing heeft vaak veel littekenweefsel. Daardoor is het lastiger te behandelen. De kans dat de langere vernauwing na de behandeling terugkomt, is een stuk groter.

De behandelingen

Er is een aantal behandelingen mogelijk voor het verhelpen van een vernauwing aan de plasbuis.

Oprekken van de vernauwing (dilatatie van de urethra)

Voor het oprekken van de vernauwing komt u naar de polikliniek Urologie. De uroloog doet een beetje glijmiddel in uw plasbuis. Daarna wordt de vernauwing langzaam opgerekt met staafjes of katheters, die steeds een beetje dikker zijn. Deze behandeling gebeurt een paar keer. Hoe vaak u de behandeling moet ondergaan, hangt af van hoe erg de vernauwing is en hoe snel de vernauwing terugkomt.

CIC

U kunt uw plasbuis ook zelf oprekken. De verpleegkundige van de polikliniek Urologie leert u hoe dat moet. Dit heet Clean Intermittent Self Catheterisation (CIC). Dit moet soms iedere dag gebeuren, soms maar 1 keer per maand. Dit oprekken haalt de vernauwing niet weg. U moet uw plasbuis voor altijd blijven oprekken. CIC is bedoeld voor mannen die veel risico lopen als ze geopereerd worden, oudere mannen en voor mannen die niet geopereerd willen worden.

Insnijden van de vernauwing (Urethrotomie volgens Sachse of Otis)

Deze operatie vindt plaats onder narcose of met een ruggenprik. De uroloog brengt via de plasbuis een slangetje (een cystoscoop) in tot aan de vernauwing. In de cystoscoop zit een camera en een mesje of een laser. Het mesje of de laser schuift uit de cystoscoop en snijdt de vernauwing in. Hierdoor wordt de plasbuis weer wijder.
Urethrotomie volgens Sachse of Otis is een geschikte operatie voor korte vernauwingen in het deel van de plasbuis dat door het kruis loopt (de bulbus). Bij deze operatie is er een kans van 60 procent dat de vernauwing niet meer terugkomt. Het is een korte ingreep. De operatie duurt maximaal 1 uur en u herstelt snel. U heeft geen uitwendige wond.
Er wordt een katheter ingebracht, die na 1 tot 3 dagen weggehaald wordt. De wond in de penis kan soms nog bloeden. Dan komt er bloed uit de plasbuis en is uw plas rood. Als u veel vocht drinkt, is dit probleem meestal snel weer over.

Operatief verwijderen van de vernauwing en een plastisch herstel van de plasbuis (Urethraplastiek)

Urethraplastiek is de naam voor verschillende operaties waarbij een vernauwing van uw plasbuis wordt verholpen. Anders dan bij andere operaties wordt bij urethraplastiek de vernauwing niet via de plasbuis verholpen. Bij urethraplastiek maakt de uroloog een snee in de huid en maakt zo de plasbuis vrij. De uroloog legt de plasbuis open en verwijdert meestal het gedeelte van de plasbuis waar de vernauwing zit. Daarna worden de uiteinden van de plasbuis weer aan elkaar vast gezet.
Deze operatie is in 90 procent van de gevallen succesvol. U krijgt een katheter dat u ongeveer 10 dagen houdt. U heeft een wond tussen het scrotum en de anus. De genezing van die wond duurt ongeveer 2 tot 3 weken. Soms krijgt u blaaskrampen van een katheter. Hiervoor kunt u medicijnen tegen blaaskrampen krijgen.
Als de vernauwing lang is of in de penis zit, kunnen de uiteinden van de plasbuis niet aan elkaar worden gehecht. Als dat zo is, wordt het stukje plasbuis dat verwijderd wordt vervangen. Dat gebeurt met slijmvlies uit het binnenblad van de voorhuid of uit de mond (de wang of onderzijde van de tong). De uroloog vervangt het weggehaalde stukje plasbuis met uw eigen weefsel.
Na een urethraplastiek moet de wond in uw plasbuis thuis verder genezen. Dit duurt enkele weken. U heeft de eerste 10 dagen een katheter. Deze katheter wordt eruit gehaald nadat een röntgenfoto van de plasbuis is gemaakt. Dit gebeurt om te controleren of de wond genezen is. Als dat nog niet zo is, wordt de katheter weer teruggezet. Dan wordt deze katheter na een week weggehaald.

Voorbereidingen op een operatie

Vóór de operatie heeft u een afspraak voor het preoperatieve spreekuur op de polikliniek Anesthesiologie. In de folder Preoperatief Spreekuur en anesthesie kunt u lezen wat het spreekuur inhoudt en wat u mee moet nemen. De opnameplanning stuurt u informatie over de datum en tijd van opname in het ziekenhuis. Informatie over opname in het Martini Ziekenhuis kunt u lezen in de folder Uw opname in het Martini Ziekenhuis.

Opnamedag

U wordt op de dag van de operatie opgenomen op de verpleegafdeling Urologie. Een verpleegkundige brengt u naar uw kamer en geeft u uitleg. Het is belangrijk dat u de medicijnen die u slikt, meeneemt naar het ziekenhuis. De verpleegkundige controleert met u uw thuismedicatie. Op de dag van de operatie neemt u ’s ochtends voor u naar het ziekenhuis komt de medicijnen in, waarvan u op het preoperatieve spreekuur heeft gehoord dat u ze moet blijven gebruiken. U kunt deze medicijnen innemen met een slokje water. Er wordt ook nog bloed bij u afgenomen.

Nuchter zijn

U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet alles meer mag eten en drinken. Wat u wel en niet mag, leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthesie.

De operatie

Als dat nodig is, krijgt u van de verpleegkundige medicijnen die u inneemt vóór de operatie. Welke medicijnen dat zijn bepaalt de anesthesioloog. Het kan dat u thuis andere medicijnen gebruikt, of in andere hoeveelheden. Ongeveer 1 uur voor de operatie helpt de verpleegkundige u in een operatiehemd. Als u een gebitsprothese draagt, vraagt de verpleegkundige u deze uit te doen. We vragen u ook uw horloge en sieraden af te doen. De verpleegkundige brengt u naar de operatiekamer.
De operatie vindt plaats onder volledige narcose (algehele anesthesie) of een ruggenprik (regionale anesthesie). Bij een ruggenprik wordt uw onderlichaam tijdelijk verdoofd. Zo voelt u niets van de operatie.

Na de operatie

Direct na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. Door deze katheter kan uw plas uit de blaas naar de katheterzak lopen en hoeft u niet zelf te plassen. Zo kan de wond tot rust komen. Uw plas kan in het begin wat rood van kleur zijn. Ook kan de katheter de blaaswand irriteren. Dat kan u het gevoel geven dat u moet plassen. U kunt dan ook pijn voelen aan de top van uw penis. Dit wordt blaaskramp genoemd. Als u last van blaaskramp heeft, bespreek dit dan met de verpleegkundige. De verpleegkundige kan u hiervoor medicijnen geven.
Gebruikte u voor de operatie bloedverdunnende middelen? Dan mag u hier pas weer mee beginnen als uw arts dat zegt. Dat wordt u verteld voordat u weer naar huis gaat.

Leefregels voor thuis

Om de kans op complicaties na een operatie te verkleinen, zijn er een aantal leefregels waar u zich aan moet houden. Deze leefregels zorgen ervoor dat u sneller herstelt.

  • Voldoende drinken (ongeveer 2 liter per dag).
  • 2 tot 3 weken geen zwaar werk doen.
  • 2 tot 3 maanden niet te fietsen, motorrijden of paardrijden.
  • Zo min mogelijk alcohol drinken.
  • Een onderbroek te dragen die stevig zit. Het is beter om de eerste dagen na de operatie de penis omhoog te leggen, om zo een zwelling tegen te gaan.
  • Langdurig zitten wordt de eerste 2 tot 3 maanden afgeraden. U zit het beste op een dik en zacht kussen.
  • Als u naar de wc bent geweest voor ontlasting, veegt u beter niet af met toiletpapier, maar spoelt u de anus schoon met water. Zo heeft u minder kans op een wondinfectie.
  • De eerste dagen na de operatie kunt u, als u aan de wang of tong geopereerd bent, het beste koud en vloeibaar voedsel eten. Dit bevordert de genezing van het wondje in uw wang. Daarna kunt u weer alles eten. Waterijsjes kunnen de pijn verzachten.
  • U mag geen gemeenschap hebben in de eerste 3 weken.
  • Zorg ervoor dat er zo min mogelijk druk is op uw wond.

Contact opnemen

Neem contact op met het ziekenhuis binnen 2 dagen na de operatie en daarna met uw huisarts wanneer u:

  • Koorts heeft boven 38,5º C.
  • Een erg rode wond met pus heeft (na een urethraplastiek).
  • De hele tijd hevige pijn heeft in het operatiegebied.
  • Weinig plas heeft of veel bloed in uw plas, wat niet overgaat als u veel vocht drinkt.

Bij alle andere problemen met uw katheter, mag de katheter alleen worden verwijderd of gewisseld als uw behandelend arts dat zegt.

Complicaties

Bij elke ingreep kunnen er complicaties zijn, bijvoorbeeld een infectie of een nabloeding. U krijgt in het ziekenhuis antibiotica tegen infecties. Als u in het ziekenhuis bent wordt op de afdeling bekeken hoe het bloedverlies vanuit uw plasbuis is.
Incontinentie is maar zelden een gevolg van urethrotomie (Sachse of Otis) of een urethraplastiek. Meestal komt dit doordat de urine na de operatie ineens gemakkelijk door de plasbuis kan. Ook heeft de katheter de sluitspier iets zwakker gemaakt. Met oefeningen van uw sluitspier en de bekkenbodem gaat dit meestal weer over. Deze oefeningen kunt u bij de bekkenfysiotherapeut leren.
Een blaas- en plasbuisontsteking komt niet vaak voor. Meestal helpt een antibioticakuur hier goed tegen.

Lange-termijn gevolgen

Na een tijdje kunt u nog steeds last hebben van de operatie. Dit gebeurt niet vaak en gaat meestal vanzelf over.

Weer een vernauwing van de plasbuis (recidief urethrastrictuur)

Na een urethrotomie volgens Sachse of Otis operatie kan het gebeuren dat de vernauwing in de plasbuis terugkomt. Door de operatie kan er namelijk opnieuw littekenweefsel ontstaan in de plasbuis. Dit littekenweefsel kan dan voor een nieuwe vernauwing zorgen.

Seksualiteit

Veel mannen denken dat operaties via de plasbuis impotentie kunnen veroorzaken. Dat is niet zo. Een plasbuisoperatie heeft geen invloed op de erectie en het seksuele leven. De zaadlozing kan na een operatie verbeteren, omdat de plasbuis wijder is. 5 procent van de mannen krijgt na een plasbuisoperatie toch erectiestoornissen. Dit gaat meestal vanzelf weer over. Dit kan een paar weken of maanden duren. U kunt dan erectiepillen gebruiken.

Doof en prikkelend gevoel in het littekengebied

Minder dan 10 procent van de mannen die geopereerd zijn, voelen een doof en prikkelend gevoel op de plek waar het litteken zit.. Dit gevoel gaat altijd over, maar het kan 7 tot 9 maanden duren.

Klachten in de mond na gebruik van mondslijmvlies

Als de uroloog tijdens een operatie een beetje van uw mondslijmvlies heeft gebruikt, kunt u pijn krijgen in uw mond, op de plaats waar het mondslijmvlies is weggehaald. Dit gaat binnen een paar weken over. Als u spoelt met mondwater kan dat de pijn verzachten. Het plekje in uw mond geneest dan sneller.

Versie: 20190037 06-2023 Plasbuisoperatie (urethrachirurgie)

Specialisme: Urologie
Deel via e-mail

Deze website plaatst cookies. Dit doen we om onze site gebruiksvriendelijker te maken, onder andere door analyse van het bezoekersgedrag. Maar u blijft anoniem.