Opheffen vernauwing tussen nierbekken en urineleider (Robot-geassisteerde pyelumplastiek)
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
U wordt binnenkort opgenomen in het Martini Ziekenhuis voor een urologische operatie. U heeft een vernauwing tussen het nierbekken en de urineleider (ureter). Deze vernauwing wordt een UPJ stenose genoemd. De vernauwing kan met een operatie worden weggehaald. In deze folder leest u meer over deze operatie. De informatie in deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw uroloog.
ERAS-programma
U doet mee aan het ERAS-programma bij urologische operaties. ERAS staat voor Enhanced Recovery After Surgery (Versneld beter worden na een operatie). ERAS is een methode om patiënten sneller te laten herstellen na een (urologische) operatie. Het programma maakt de kans op complicaties een stuk kleiner.
Wat is een UPJ stenose?
De urineleider is een dun buisje van ongeveer 20 tot 25 centimeter. Het vervoert urine van de nieren naar de blaas door samentrekkende bewegingen te maken. Een UPJ stenose is een vernauwing tussen het nierbekken en de urineleider. Daar kunt u klachten van krijgen. Een UPJ-stenose is meestal een aangeboren afwijking, maar kan ook op latere leeftijd ontstaan door littekenweefsel.
Voor de operatie
Vóór de operatie gaat u naar het spreekuur op de polikliniek Urologie. Op dit spreekuur praat u met een uroloog, een uroloog in opleiding of een afdelingsarts. De arts bespreekt met u de operatie, de mogelijke complicaties en hoe lang u in het ziekenhuis moet blijven.
U krijgt ook een koolhydraatrijke drank (PreOp) mee naar huis. Meer over PreOp leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthesie. Als u diabetes hebt, krijgt u geen PreOp mee.
Preoperatief spreekuur
Een paar weken voor de operatie krijgt u 2 keer een uitnodiging voor een telefonisch consult op het preoperatieve spreekuur. U belt dan met een apothekersassistent, een anesthesioloog of anesthesiemedewerker en de intakeverpleegkundige. Als u diabetes heeft, dan spreekt u ook de verpleegkundig diabetesspecialist.
Vóór uw afspraak vult u een digitale vragenlijst in. Deze preoperatieve vragenlijst vindt u in het patiëntenportaal Mijn Martini.
Alle informatie over het preoperatieve spreekuur en anesthesie leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthesie. In de folder Meerdaagse opname leest u meer over een operatie en een verblijf in het ziekenhuis. De datum en tijd van uw operatie krijgt u van de Opnameplanning.
Nuchter zijn
U moet nuchter zijn voor de operatie. Dit betekent dat u voor de operatie niet alles mag eten en drinken. Wat u wel en niet mag eten, leest u in de folder Preoperatief spreekuur en anesthesie.
De operatie
De operatie vindt plaats onder algehele narcose. Als u onder narcose bent, wordt een blaaskatheter ingebracht. U wordt door de uroloog geopereerd met de Da Vinci Xi Robot. Dit is een kijkoperatie. De operatierobot heeft een speciale camera om in de buikholte te kijken. De uroloog stuurt de robotarmen aan.
De Da Vinci Xi Robot werkt heel precies. U heeft na de operatie minder pijn omdat er geen grote wond is. Daardoor herstelt u sneller en hoeft u niet lang in het ziekenhuis te blijven. De operatie duurt ongeveer 2 uur.
De arts haalt dan de vernauwing weg en hecht de urineleider weer aan het nierbekken. Deze nieuwe verbinding heet een anastomose. Tijdens de operatie krijgt u een dubbel J-katheter. De dubbel J katheter is een slangetje tussen de nieren en de blaas. Het slangetje zorgt ervoor dat de nieuwe verbinding goed kan genezen. De dubbel J-katheter blijft 6 weken zitten en wordt daarna op de polikliniek Urologie verwijderd.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker op de uitslaapkamer van de operatieafdeling. Hier houden artsen en verpleegkundigen u goed in de gaten. Zij controleren onder andere uw hartslag en bloeddruk. U krijgt pijnstillers en medicatie tegen de misselijkheid.
Uw contactpersoon wordt gebeld dat de operatie is afgelopen. Op de uitslaapkamer mag u geen bezoek ontvangen. U mag een beetje drinken of een waterijsje proberen.
Na een tijdje wordt u even op de rand van uw bed geholpen. Dit stimuleert het lichaam om te herstellen. Dan wordt het infuus stilgezet. Dit betekent dat u geen vocht meer krijgt via het infuusnaaldje en dat u zelf weer moet gaan drinken. Na een paar uur wordt u weer opgehaald en naar de verpleegafdeling gebracht. Dan gaat u terug naar uw kamer.
Blaaskatheter
Na de operatie heeft u een katheter in uw blaas. Deze mag er vaak op de uitslaapkamer alweer uit.
Terug op de afdeling
De verpleegkundige neemt contact op met uw contactpersoon zodra u terug bent op de verpleegafdeling. De verpleegkundige controleert regelmatig uw hartslag, bloeddruk, lichaamstemperatuur en de wond.
Bewegen
Bij terugkomst op de afdeling gaat u meteen op een stoel zitten. Als u rechtop zit kunt u beter ademhalen, hierdoor voorkomt u luchtweginfecties. Het is de bedoeling dat u minimaal 2 uur uit bed komt. Bewegen is niet alleen belangrijk om trombose te voorkomen, maar ook om verlies van spierkracht tegen te gaan. Ook helpt beweging na de operatie om de darmen weer op gang te brengen.
Eten en drinken
U mag na de operatie meteen beginnen met drinken. Begin dan eerst met een glas water, thee of met een waterijsje. Als u niet misselijk wordt, mag u wat meer eten en drinken. De verpleegkundige en de voedingsassistent helpen u hierbij.
Op de dag van de operatie is het goed als u 4 tot 6 glazen drinkt. U krijgt op die dag ook medicijnen tegen misselijkheid. Die medicijnen krijgt u ook de dagen erna. Blijft u toch misselijk? Vertel dit aan de verpleegkundige. U kunt dan extra medicijnen krijgen.
Kauwgom is de eerste dagen goed voor u, omdat kauwen goed is voor uw maagdarmkanaal.
Pijnbestrijding
U krijgt tabletten of een injectie tegen de pijn. Heeft u toch nog steeds pijn? vertel dit dan aan de verpleegkundige. U krijgt 4 keer per dag paracetamol. Vaak is met u afgesproken om ook andere pijnstillers te gebruiken. Als u bijna geen pijn meer heeft, stoppen we als eerste met die andere pijnstillers.
De verpleegkundige vraagt u tijdens de opname een paar keer per dag hoeveel pijn u heeft. Dat noemen we de pijnscore. De pijn geeft u aan met een cijfer van 0 tot 10. Een 0 betekent dat u helemaal geen pijn heeft en een 10 als u de ergste pijn heeft die u zich kunt voorstellen.
De dagen na de operatie
Elke dag komt een uroloog of de zaalarts bij u langs. U kunt dan vragen stellen over het verloop van uw behandeling.
Bezoek kan vermoeiend zijn. Daarom mag u niet meer dan 2 bezoekers tegelijk ontvangen. Het is goed om uw contactpersoon het bezoek te laten regelen.
Bewegen
U bent minimaal 6 tot 8 uur per dag uit bed. Dit mag u over de dag verdelen. Zo herstelt u sneller en de kans op complicaties wordt veel kleiner.
Eten en drinken
U drinkt per dag minimaal 10 glazen. Probeer te variëren en niet alleen maar water of thee te drinken. Drinken is nodig om het lichaam voldoende vocht te geven, zodat het herstel zo goed mogelijk verloopt. Ook worden de darmen gestimuleerd om weer op gang te komen.
Als u eet, eet dan vaak kleine beetjes, verspreid over de dag. Dat is beter dan bijvoorbeeld 3 keer een grotere maaltijd.
Stoelgang
Het kan vaak een paar dagen duren voor uw stoelgang op gang komt. U krijgt elke dag medicijnen om de stoelgang te verbeteren of stimuleren. Als u windjes laat en darmkrampen voelt, dan betekent het dat uw darmen weer aan het werk zijn. Door veel te wandelen en vaak uit bed te zijn, laat u uw darmen weer sneller werken. U krijgt laxeermiddelen mee naar huis die u kunt gebruiken tot uw ontlasting goed op gang is.
Weer naar huis
U mag naar huis als:
- U voldoende kunt eten.
- U zelfstandig kunt lopen.
- U windjes laat. Ontlasting krijgen hoeft niet in het ziekenhuis, thuis wil dit vaak beter.
- Uw lichaamstemperatuur onder de 38°C is.
Wanneer u naar huis mag, hangt af van hoe snel u herstelt. Dit is soms 1 dag na de operatie tot meerdere dagen na de operatie. De uroloog of zaalarts beslist of u naar huis mag.
De verpleegkundige vraagt of u thuis zorg nodig heeft en kan dat voor u regelen. Als u naar huis mag, krijgt u een afspraak mee voor het spreekuur van de uroloog.
Complicaties
Na de operatie kunnen er complicaties ontstaan.
- U kunt een nabloeding, wondinfectie, urinelekkage trombose of longontsteking krijgen.
- Er kan schade optreden aan andere organen zoals darmletsel, vaatletsel of bijvoorbeeld een klaplong. Dit gebeurt bijna nooit.
- Vlak na de operatie kunt u door prikkeling van het koolzuurgas schouderpijn hebben. Dit verdwijnt vanzelf weer.
- Als u wat ouder bent, bestaat een kans op acute verwardheid, ook wel delier genoemd. Vóór uw opname wordt gekeken of u dit risico loopt. Als dat nodig is, krijgt u dan medicijnen.
- Door het weghalen van de lymfeklieren kunt u lymfoedeem (vochtophoping) in uw benen krijgen. Wanneer u een dik been krijgt, neemt u contact op met de huisarts of de verpleegkundig specialist.
Als u tijdens de opname last krijgt van complicaties, is het mogelijk dat u langer in het ziekenhuis moet blijven.
Weefselonderzoek
Het weefsel dat tijdens de operatie is weggehaald, wordt in het laboratorium onderzocht. Uw arts of uw uroloog vertelt u de uitslag hiervan ongeveer een week na de operatie via een telefonische of poliklinische afspraak.
Thuis herstellen
Als u weer thuis bent, kunt u de eerste tijd last hebben van:
- Vaak het gevoel hebben dat u nodig moet plassen.
- Een branderig gevoel bij het plassen, met name aan het begin of het einde.
- Een beetje bloed in uw plas. Dit gaat na een paar weken weg.
- Een drukkend gevoel tijdens het plassen.
Adviezen
Als u eenmaal thuis bent, is het voor uw herstel belangrijk dat u actief blijft. In het algemeen geldt dat wat u kunt, ook mag. Forceer niets en luister goed naar uw lichaam. De duur van de periode voordat iemand zich hersteld voelt, is bij iedereen weer anders.
- Na de operatie mag u in ieder geval 6 weken niet zwaar tillen of ander zwaar lichamelijk werk doen.
- Drink minimaal 2 liter per dag.
- Geen alcohol gebruiken de eerste 6 weken.
- Het kan zijn dat uw eetlust nog niet goed is. Probeer dan een paar keer per dag kleine porties te eten en drink regelmatig.
- U mag alles eten en drinken. Het kan zijn dat bepaald eten nog niet goed bevalt of smaakt. Dit komt op een later tijdstip weer terug.
- Heeft u tijdens de opname adviezen gekregen van een diëtist, dan kunt u die adviezen ook thuis opvolgen.
- Zorg voor een regelmatige ontlasting door voldoende vezelrijke voeding te eten. U krijgt magnesiumoxide mee naar huis. Als uw ontlasting hiermee niet op gang komt, kunt u uw huisarts raadplegen.
- U kunt gewoon douchen met zeep, ook als de wondjes nog open zijn. Een beetje zeep in de wond kan geen kwaad. Spoel de wond af met lauw water en dep deze droog. U mag de eerste 3 weken niet in bad.
- Soms lekt er wondvocht uit de wondjes. Dat is niet erg en stopt vanzelf. Wanneer u vaak het verband moet wisselen, is het goed om contact op te nemen met de polikliniek Urologie.
- U mag de eerste 2 weken niet fietsen.
- Pijnstillers (paracetamol) mag u gebruiken zolang u dit nodig hebt. Paracetamol is een zelfzorgmedicijn. U krijgt hiervoor geen recept. U kunt paracetamol kopen bij een drogist of apotheek.
- Na 10 dagen mogen de hechtingen eruit. Hiervoor kunt u een afspraak maken met de huisarts. Soms lossen de hechtingen vanzelf op. Dit hoort u bij het ontslag uit het ziekenhuis.
Verwijderen dubbel-J katheter
3-6 weken na de operatie wordt de dubbel-J katheter verwijderd. Dit is op de polikliniek Urologie. Het verwijderen van de dubbel-J katheter gebeurt met een cystoscopie. De cystoscoop is een dun en buigzaam slangetje met een camera, dat via uw plasbuis naar binnen gaat. Het slangetje gaat verder tot in de blaas. Het is niet pijnlijk, maar kan vervelend voelen. Het helpt om zoveel mogelijk te ontspannen.
Via de cystoscoop wordt een beetje water in uw blaas gespoten. Hierdoor bolt uw blaas op als een ballon. Zo kan de uroloog uw blaas goed bekijken. Via de cystoscoop wordt een paktangetje ingebracht dat het einde van de dubbel-J katheter vastpakt. De katheter wordt dan naar buiten getrokken. Dit is niet pijnlijk.
Contact
2 tot 3 dagen nadat u naar huis bent gegaan belt een verpleegkundige van de afdeling u om te vragen hoe het met u gaat. Zelf kunt u de eerste 48 uur contact opnemen met de afdeling Urologie als u klachten of vragen hebt. Na 48 uur neemt u contact op met uw huisarts.
Wanneer moet u contact opnemen?
U neemt contact op bij de volgende problemen:
- Koorts boven de 38,5°C.
- Ernstige rugpijn.
- (Bloed)stolsels in uw urine die de plasbuis dreigen te verstoppen.
- Hevig stekende buikpijn.
- Een lekkage in uw wond die er ineens is.
- De hele tijd misselijk zijn met veel braken.
- Een wondinfectie (de huid rondom de wond is rood, warm en gezwollen).
- Als u helemaal niet meer kunt plassen.
Versie: 20180044 06-2023 Opheffen vernauwing tussen nierbekken en urineleider