Een operatie vanwege een verzakking
Algemeen
- Neem altijd een geldig legitimatiebewijs mee (rijbewijs, paspoort of identiteitsbewijs).
- Heeft u een zorgverzekering in het buitenland? Neem dan ook uw verzekeringspapieren mee.
- Kunt u om dringende redenen niet komen voor de operatie of het onderzoek? Bel dan met de polikliniek of afdeling.
- Uw persoonlijke medische gegevens en afspraken bekijken? Dat kan in ons digitale patiëntenportaal Mijn Martini. U kunt met uw DigiD inloggen via www.martiniziekenhuis.nl/mijnmartini.
Inleiding
Door een zwakker geworden bekkenbodem heeft u verzakkingsklachten. Om een verzakking op te lossen zijn er verschillende behandelingen, waaronder verschillende operaties. Samen met uw gynaecoloog kiest u welke het beste bij u past. In deze folder leest u meer over de verschillende behandelingen. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw gynaecoloog.
Wat is een verzakking?
Een verzakking ontstaat door het zwakker worden van de bekkenbodem. De steun van blaas of darm is dan onvoldoende en drukt de vagina naar buiten. Ook kan het steunweefsel van de baarmoeder beschadigd zijn, waardoor deze verzakt. Een operatie kan hiervoor een oplossing zijn. In de meeste gevallen verdwijnen hiermee de verzakkingsklachten.
Verschillende operaties
Afhankelijk van uw verzakking zijn er verschillende operaties mogelijk. In de meeste gevallen wordt het weefsel verstevigd, waar het verzakte orgaan op rust. Meestal kan een operatie via de vagina plaatsvinden. Soms is het nodig om dit via de buik te doen. De gynaecoloog bespreekt met u wat voor u de beste behandeling is. In het algemeen kunt u 1 of 2 dagen na de operatie weer naar huis. Het duurt minstens 6 tot 8 weken voordat u helemaal hersteld bent van de operatie.
Bekkenfysiotherapie voor de operatie
Wij adviseren u om voor en na de operatie af te spreken bij de bekkenfysiotherapeut. Hier leert u de bekkenbodemspieren bewust te gebruiken. Dit is belangrijk om bij bepaalde bewegingen de buikdrukverhoging goed op te vangen, zoals bijvoorbeeld bij tillen. Ook krijgt u inzicht in een goede balans tussen belasting en belastbaarheid van de bekkenbodem. En in de opbouw van de lichamelijke activiteiten na de operatie.
Operatie
Er zijn verschillende operaties mogelijk bij een verzakking. Hieronder leest u daar meer over.
Operatie bij een verzakking van de blaas
Bij een verzakking van de blaas verstevigt de gynaecoloog het bindweefsel waar de blaas op rust. Als het weefsel sterk genoeg is, dan gebeurt dit via de vagina met oplosbare hechtingen. Dit is meestal het geval.
Operatie bij een verzakking van de baarmoeder of vaginatop
Als de baarmoeder is verzakt, dan moeten de ophangbanden van de baarmoeder verstevigd worden. Dit heet een suspensie operatie, oplosbare hechtingen. Dat kan met of zonder het verwijderen van de baarmoeder. Meestal kan dit via de vagina. Als het nodig is, kan de baarmoeder of verzakte vaginatop via de vagina aan een andere ophangband gefixeerd worden. Dit heet een fixatie operatie, met twee niet oplosbare hechtingen.
Operatie bij een verzakking van de endeldarm
Bij een verzakking van de endeldarm wordt het bindweefsel tussen de endeldarm en de vaginawand met oplosbare hechtingen verstevigd. Net als bij een blaasverzakking. De buikholte of dunne darm is soms ook verzakt. Ook dit kan vaak met een hechting hersteld worden.
Operatie met kunststof matje (implantaat)
Als uw bindweefsels te zwak zijn, dan is een operatie met uw eigen weefsels en oplosbare hechtingen vaak niet voldoende. Bijvoorbeeld als u al eerder een operatie voor een verzakking heeft gehad. Of als de verzakking ernstig is. Dan kan het nodig zijn om een kunststof matje te gebruiken. Dit kan via de vagina of buik worden ingebracht. Als dit het geval is, wordt dit voor de operatie duidelijk met u besproken. U krijgt hierover dan extra informatie mee. Als dit niet is besproken, hoeft u dus niet bang te zijn dat u zomaar een matje krijgt.
Mogelijke complicaties
Bij iedere operatie is er een kleine kans op algemene complicaties. Bijvoorbeeld een kans op trombose of hartritmestoornissen. Daarnaast zijn er complicaties die afhangen van het soort operatie. Bij een operatie vanwege een verzakking kunnen zich de onderstaande problemen voordoen.
Blaasontsteking, infecties
U kunt last krijgen van een brandend, pijnlijk gevoel bij het plassen. En de plas zelf kan er troebel uitzien met bloedspoortjes. Bij deze klachten is het verstandig om contact op te nemen met uw huisarts. Mogelijk is er sprake van een blaasontsteking. In dat geval kan de huisarts antibiotica voorschrijven. Heeft u in de eerste 2 weken koorts hoger dan 38 graden Celsius? Dan is het verstandig contact met ons op te nemen om een operatie complicatie uit te sluiten.
Afscheiding
U kunt een aantal weken last hebben van meer afscheiding dan anders. Vaak met wat bloedverlies. Meestal gaat dit na 1 tot 2 maanden vanzelf over.
Plasklachten
De kans bestaat dat het plassen een tijdje lastiger gaat. Soms is hiervoor opnieuw een blaaskatheter nodig. Of moet de blaas geleegd worden door zelf te katheteriseren. Meestal komt dit na een paar dagen of weken vanzelf goed. U krijgt hierover dan een uitgebreide uitleg.
Incontinentie
Door de operatie neemt urineverlies vaak af. Maar de kans bestaat dat u na de operatie nog steeds urine verliest. Ook kunt u na de operatie juist urineverlies krijgen. Vaak wordt dit in de loop van de tijd wel weer beter. Bij ernstig urineverlies kan het nodig zijn om alsnog een incontinentie operatie te verrichten. Gelukkig is die kans klein. In zeldzame gevallen kan het verstandig zijn om de verzakkingsoperatie direct te combineren met een incontinentie ingreep. Na een operatie aan de endeldarm is het mogelijk dat de aandrang tot ontlasting sterker is en sneller komt. Ook dit is meestal tijdelijk.
Pijn
Na elke operatie kunnen pijnklachten ontstaan. Vaak verdwijnen die weer, maar niet altijd. Dan spreken we van chronische pijn. Bijvoorbeeld bij zitten of vrijen. De kans op chronische pijn is klein.
Terugkerende verzakking (recidief )
Ook als een operatie geslaagd is, kan een verzakking toch terugkomen. Meestal is dat pas jaren later, maar soms al eerder. Soms is dan opnieuw een operatie nodig.
Opname
U wordt de dag van de operatie opgenomen. Hieronder leest u meer over de opname voor de operatie en wat u zelf kunt voorbereiden.
Scheren
10 tot 14 dagen voor de operatie kunt u de schaamstreek scheren. Dit is vaak prettig vanwege het afdekmateriaal tijdens de operatie en hygiëne na de ingreep. Korter dan een week voor de operatie kunt u beter niet meer scheren. Dit kan de kans op infecties verhogen.
Tampon en blaaskatheter
Na de operatie hebben de meeste vrouwen een tampon in de vagina en een slangetje in de blaas (blaaskatheter). U hoeft dan niet te plassen. De tampon en katheter worden meestal de eerste dag na de operatie verwijderd. Houdt rekening met een opname van meestal 2 nachten. Soms kunnen vrouwen de eerste dag na de operatie alweer naar huis. En soms blijven vrouwen wat langer.
Weer thuis
Als u weer naar huis mag, krijgt u een recept mee voor de volgende medicijnen:
- Een laxeermiddel (Movicolon), zodat uw ontlasting wat zachter wordt.
- Paracetamol om mogelijke pijnklachten te verminderen (maximaal 4 keer per dag 1000 milligram).
Het is verstandig dat u de eerste dag thuis niet alleen bent.
Nazorg
2 tot 4 dagen nadat u weer thuis bent, wordt u door onze verpleegkundige gebeld om te horen hoe het met u gaat. Heeft u vragen? Dan is er alle gelegenheid om die dan te stellen. Na 1 tot 3 weken belt de dokter. Ongeveer 6 weken na de operatie heeft u een controleafspraak bij de gynaecoloog.
Houd er rekening mee dat het herstel na de operatie zeker 6 tot 8 weken duurt. U mag direct lichte dagelijkse activiteiten weer doen. Bijvoorbeeld rustig wandelen of traplopen. Zoek een balans tussen rust en inspanning.
Naar het toilet gaan
Neem de tijd om naar het toilet te gaan. Ontspan uw bekkenbodemspieren en probeer zo min mogelijk te persen. Spoel de eerste 1 tot 2 weken na ieder wc-bezoek uw vagina met lauw water schoon. Bij voorkeur met een speciale spoelfles of onder de douche. U kunt het beste deppend drogen, met een schoon washandje.
Lichamelijke inspanning
Vermijd de eerste 6 weken activiteiten waarbij voor de operatie de verzakking duidelijk werd gevoeld. Omdat ieder mens anders is, zijn geen heel duidelijke adviezen te geven. Maar ga niet zwaar tillen (niet meer dan 10 kilogram). Probeer veel hoesten/niezen te beperken. Bespreek dit met uw huisarts, als dat nodig is.
Soms kan het verstandig zijn om hiervoor tijdelijk meer medicijnen te gebruiken. Om persen op het toilet te vermijden, kan het goed zijn tijdelijk een laxeermiddel te gebruiken, bijvoorbeeld Movicolon. Hiervoor krijgt u een recept mee.
Activiteiten uitbreiden
3 weken na de operatie kunt u uw activiteiten uitbreiden. Rustig fietsen of op de hometrainer mag bijvoorbeeld weer. Ook mag u weer in bad en zwemmen. Als u zich goed voelt, is ook autorijden geen bezwaar.
Seks
Na zes weken kunt u weer seks hebben. Vaak voelt dit anders en moet u hier even aan wennen. Soms kan het nog wat pijnlijk zijn. Maar vaak wordt dit in de loop van de tijd beter.
Zware inspanning vermijden
Bij een normale verzakkingsoperatie ontraden we de eerste 3 maanden echt zware inspanning. Dus 12 weken niet hardlopen, springen, fitness, zwaar werk in de tuin enzovoorts. Wandelen en fietsen mag dus wel. Na 3 maanden zijn er eigenlijk geen beperkingen meer.
Meer informatie
Voor meer informatie over bekkenbodemproblemen kunt u kijken op:
- www.bekkenbodem4all.nl
- www.nvog.nl
- www.urine-incontinentie.nl
Versie: 20180002 Een operatie vanwege een verzakking 2023-08