Voorbereiding
- Voor het onderzoek geen oogmake-up aanbrengen. Eventuele oude make-up verwijderen.
- Draagt u lenzen? Tijdens het onderzoek kunt u deze niet dragen. U kunt ze ook niet direct na het onderzoek weer in doen.
- Bent u overgevoelig voor een bepaalde stof of medicijn? Geef dat dan voor het onderzoek aan ons door.
- Na de behandeling kunt u tijdelijk minder goed zien. Het is niet verstandig om zelf aan het verkeer deel te nemen. Regel daarom vooraf vervoer naar huis.
Het onderzoek
U meldt zich op de dag van het onderzoek bij de administratie en gaat daarna in de wachtkamer zitten. Een laborant haalt u op.
Tijdens het onderzoek ligt u op een tafel met uw hoofd in een hoofdsteun. De radioloog verdooft het oog dat onderzocht wordt met oogdruppels. De binnenkant van uw neus wordt verdoofd met een speciale spray. De opening van de traanbuis in de ooghoek wordt een beetje opgerekt waardoor er een dun buisje ingebracht kan worden. Hierdoor wordt een beetje contrastmiddel gespoten zodat de traanbuis zichtbaar is op röntgenfoto’s.
Omdat de traanbuis in verbinding staat met de keelholte, kunt u het contrastmiddel ook proeven. Dit kan een wat vieze smaak geven.
Tijdens het onderzoek is het belangrijk dat u zo stil mogelijk ligt.
Het onderzoek duurt een half uur tot een uur.
Dotteren
Als er vernauwingen of verstoppingen zichtbaar zijn, worden deze meestal direct gedotterd.
Hierbij wordt door het dunne buisje een draadje geschoven. Dit draadje gaat door de vernauwing en komt er door de neus weer uit. Over het draadje wordt de dottercatheter geschoven. Aan het uiteinde daarvan zit een ballonnetje. Dat wordt opgeblazen om de vernauwing te verhelpen. Dit kan gevoelig zijn.
Na het onderzoek
Na het onderzoek kan het oog en de omgeving van het oog wat rood en gevoelig zijn. Dit is normaal en trekt binnen een paar dagen weg. U kunt wat wazig zien, dus regel vooraf vervoer naar huis. Als u gedotterd bent, krijgt u een recept mee voor oog- en neusdruppels.
Versie: 12 februari 2020