Anti-hormonale therapie kan aanvullend op andere behandelingen worden gegeven, dit kan zowel vooraf of na die tijd. U krijgt medicijnen die de werking van hormonen remmen, blokkeren of de aanmaak ervan verminderen. Anti-hormonale therapie kan een behandeling zijn vóór de operatie om de tumor kleiner te maken. Het kan ook een behandeling zijn na bestraling of na een operatie om de kans kleiner te maken dat de kanker terugkomt. Als het niet meer mogelijk is de kanker te genezen, helpt anti-hormonale therapie soms om de groei van de kanker tijdelijk te remmen en/of klachten te verminderen.
Anti-hormonale therapie kan per injectie, tablet of via een neusspray worden toegediend. In de folder onderaan deze pagina vindt u meer informatie over anti-hormonale therapie bij kanker.
Nazorg
Tijdens de behandeling houdt u contact met uw arts, verpleegkundig casemanager of verpleegkundige specialist. De behandeling van kanker doet veel met u. Zowel lichamelijk als emotioneel. Heeft u vragen of hulp nodig? Stel deze dan aan uw arts, verpleegkundig casemanager of de oncologieverpleegkundige.
Versie: 10 december 2021