Aanvalspoli voor Kinderen
Op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur.
Tel.: (050) 524 6900
Routenummer: 2.2

Aanvallen bij kinderen
Er komen allerlei aanvallen bij kinderen voor. Dat kunnen epileptische aanvallen zijn, maar ook bijvoorbeeld aanvallen van migraine, flauwvallen of wegrakingen door hartritmestoornissen. Het is belangrijk om te weten waar het precies om gaat en of het wel of niet epileptische aanvallen zijn. Dat bepaalt namelijk de herhalingskans en welke behandeling mogelijk is. De Aanvalspoli voor Kinderen heeft de expertise om bij kinderen met aanvallen snel en adequaat een diagnose te stellen.
Epilepsie bij kinderen is anders dan epilepsie bij volwassenen
De aanvallen zien er vaak heel anders uit. Bovendien komen bepaalde vormen van epilepsie alleen bij kinderen voor. Sommige vormen van epilepsie zijn heel goedaardig: ze gaan gepaard met weinig aanvallen, de aanvallen zijn goed te behandelen (of hebben zelfs helemaal geen behandeling nodig) en gaan vanzelf over als het kind ouder wordt. Er zijn ook minder goedaardige vormen van epilepsie bij kinderen. Deze vormen kunnen gepaard gaan met vaak voorkomende, moeilijk behandelbare aanvallen en hebben soms zelfs een negatieve invloed op de ontwikkeling van het kind. Vaak is in het begin nog niet duidelijk om wat voor soort epilepsie het gaat. Het is belangrijk dit zo snel mogelijk vast te stellen, omdat dit bepalend is voor de behandelmogelijkheden en de toekomstverwachting.
Doorverwijzing, diagnose en uitslag
Op de Aanvalspoli voor Kinderen komen kinderen die 1 of meer aanvallen hebben gehad en waarbij de huisarts, kinderarts of neuroloog denkt dat mogelijk sprake is van (een) epileptische aanval(len). De poli staat onder leiding van mw. N. Doornebal, kinderarts-kinderneuroloog en V. Roelfsema, kinderarts-kinderneuroloog.
Voorbereiding
U krijgt een uitnodiging voor drie afspraken op één dag in het Martini Ziekenhuis. Op de uitnodiging staat vermeld waar en hoe laat u en uw kind worden verwacht. De afspraken zien er als volgt uit:
- Het consult bij de kinderneurologie vindt plaats op de polikliniek Kindergeneeskunde (routenummer 2.2). Het is prettig als degene die de aanval(len) heeft gezien, mee kan komen. De beschrijving van de aanval(len) is namelijk heel belangrijk om een goede conclusie te kunnen trekken. Als iemand anders dan uzelf de aanval heeft gezien en niet mee kan komen, is het belangrijk dat u goed vraagt wat deze persoon precies heeft gezien en wat de duur van de verschijnselen was. Heeft uw kind regelmatig aanvallen? Dan is het handig om de aanval(len) te filmen. Dit kan met een videocamera of mobiele telefoon. Probeer zo veel mogelijk aanvallen te filmen. Graag ontvangen wij de film(pjes) voorafgaand aan de afspraak per e-mail (of bij te grote bestanden op een USB-stick).
- Het EEG (hersenfilmpje) wordt gemaakt op een andere afdeling: klinische neurofysiologie (routenummer 0.6). Om zoveel mogelijk informatie uit het EEG te halen is het prettig als uw kind tijdens het EEG even in slaap valt. Tijdens de slaap wordt eventuele epileptische activiteit soms duidelijker. Daarom is het fijn als uw kind niet vlak voor het onderzoek heeft geslapen of een bijzonder lange nacht heeft gemaakt.
- De laatste afspraak is een telefonische afspraak voor het bespreken van de uitslagen.
Onderzoeksdag
Zo ziet de onderzoeksdag er uit:
- EEG (60-120 minuten)
Dit staat voor ElectroEncefaloGram en wordt ook wel een hersenfilmpje genoemd. Een laborant van de afdeling Klinische Neurofysiologie (KNF) doet uw kind een mutsje op met elektrodes. Daarmee wordt de elektrische activiteit van de hersenen gemeten terwijl uw kind op een bed ligt. Het aanbrengen van de elektrodes wordt gedaan door eerst zachtjes over de hoofdhuid te scrubben en daarna de elektrode met een soort pasta aan te brengen. Dit is niet pijnlijk, maar het scrubben en vooral de relatief lange duur van het aanbrengen kan door hele jonge kinderen als vervelend worden ervaren. Tijdens de registratie wordt een aantal minuten met een lamp geflitst en er wordt gevraagd enige tijd diep te zuchten. - Consult bij de kinderneuroloog en/of gespecialiseerde epilepsieverpleegkundige (45-60 minuten)
De arts/verpleegkundige ontvangt u en uw kind voor een gesprek en uitgebreid lichamelijk onderzoek. - Multidisciplinair overleg
In de middag is er een overleg waar specialisten uit het Martini ziekenhuis, het UMCG en het SEIN (een epilepsie-instelling) aan deelnemen. De kinderneurologen, gespecialiseerde epilepsieverpleegkundigen, erfelijkheidsarts, neuropsycholoog en klinisch neurofysioloog uit dit team bespreken de uitkomsten van het gesprek, het lichamelijk onderzoek en de uitslag van het hersenfilmpje. - Diagnosegesprek (10 minuten)
De kinderneuroloog en/of gespecialiseerde epilepsieverpleegkundige belt u aan het eind van de middag met de uitslagen van de onderzoeken en de conclusie daarvan.
Vervolg
Is de conclusie dat de aanvallen niet worden veroorzaakt door epilepsie? Dan verwijzen wij uw kind terug naar de huisarts, kinderarts of neuroloog die u heeft verwezen naar de Aanvalspoli voor Kinderen. Zo nodig zal deze arts uw kind verder behandelen. Is de conclusie dat er (mogelijk) sprake is van epilepsie? Dan kan extra onderzoek nodig zijn (zoals een tweede EEG of een MRI-scan). Afhankelijk van de uitkomsten, vinden verdere onderzoeken en eventuele behandeling plaats in het Martini Ziekenhuis, het UMCG of het ziekenhuis in uw eigen regio.
Versie: 2 augustus 2023