Neurochirurgie (polikliniek)
Op werkdagen van 8.00 tot 16.00 uur.
Tel.: (050) 524 5950
E-mail:
neurochirurgie@mzh.nl
Martini offers Google® Translate as a convenience for visitors to our web site who may not have Dutch as their primary language. Google® Translate provides automated translations, which may result in incorrect or misleading translations. Martini is not responsible for any translations provided by Google® Translate or for any damages or losses arising from the use of or reliance on these translations. Viewers who rely on information through Google® Translate on our web site do so at their own risk.
Ulnaropathie is een aandoening waarbij een zenuw (nervus ulnaris) aan de binnenkant van uw elleboog geïrriteerd is geraakt door een beknelling. De beknelling kan soms worden opgelost met een operatie. In overleg met de neurochirurg heeft u een afspraak gemaakt voor de behandeling van uw ulnaropathie.
In deze folder leest u hoe de ingreep verloopt en welke voorbereidingen u moet treffen. Ook krijgt u informatie over het resultaat van de ingreep en de risico’s en mogelijke complicaties die er zijn bij de operatie. Deze folder is een aanvulling op het gesprek met uw neurochirurg of de verpleegkundig specialist neurochirurgie.
Ulnaris neuropathie (ulnaropathie) is een aandoening van één van de 3 armzenuwen, de nervus ulnaris of ook wel elleboogzenuw genoemd. Deze zenuw loopt aan de binnenzijde van de elleboog vrij oppervlakkig en langs een benig uitsteeksel (in de volksmond “het telefoonbotje”). Wanneer deze zenuw bekneld raakt, beschadigd is of geïrriteerd is, kun u klachten in uw onderarm en hand krijgen. Het gaat dan vaak om pijn, tintelingen en doofheid naar de pink en een deel van de ringvinger. De meeste mensen kennen deze klachten wel wanneer ze per ongeluk de elleboog stoten waarbij de zenuw geraakt wordt.
Ook kunt u minder kracht hebben in de hand of minder gevoel in de hand. Sommige handspieren worden dan ook dunner. De klachten van tintelingen treden voortdurend op en kunnen erger worden door het bewegen van de elleboog. In sommige gevallen komt het aan beide armen tegelijk voor.
Om erachter te komen of u een ulnaropathie heeft, wordt er meestal eerst een EMG-onderzoek (elektromyografie) gedaan. Met dat onderzoek wordt de zenuw getest. Dat gebeurt met naaldjes en kleine schokjes.
De neuroloog beoordeelt de klachten en verricht daarna zo nodig een lichamelijk onderzoek. De uitkomsten van deze onderzoeken kunnen tot de diagnose ulnaropathie leiden. De neuroloog bespreekt dan of een verwijzing naar de neurochirurg nodig is.
Als er een operatie nodig is, wordt die in overleg met u uitgevoerd. Vaak vindt de operatie plaats onder plaatselijke verdoving, al dan niet met een roesje. Soms is het nodig dat u algehele narcose krijgt.
Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, zoals bijvoorbeeld Sintrom, Clopidogrel, Apixaban of Ascal? Meld dit dan tijdens het spreekuur aan de neurochirurg of de verpleegkundig specialist. Voor de operatie moet u namelijk even stoppen met deze medicijnen. 2 dagen na de operatie mag u ze weer innemen.
Tijdens de operatie mag u geen sieraden aan uw hand dragen. U kunt de sieraden het beste thuis afdoen. Verder is het handig om kleding met wijde mouwen te dragen. Na de operatie wordt er namelijk een verband aangelegd.
Heeft u na de operatie thuiszorg nodig, dan kunt u dit het beste van tevoren regelen. Neemt u hiervoor contact op met de thuiszorgorganisatie van uw voorkeur of uw gemeente. Na de operatie mag u niet autorijden of alleen aan het verkeer deelnemen, omdat uw hand nog verdoofd is en in een verband zit. U bent in deze situatie niet verzekerd. Zorgt u dus voor vervoer naar huis.
Bij elke operatie kunnen complicaties voorkomen, zoals bloeduitstortingen, vertraagde wondgenezing en infectie. Deze complicaties komen niet vaak voor. Wat zeer zelden voorkomt is een beschadiging van de zenuw. In het ergste geval kan dit leiden tot een toename van uitval (doofheid, tintelingen of krachtsverlies), of blijvende pijn na een operatie (pijnsyndroom).
De tintelingen in de vingers nemen meestal geleidelijk af. Als u langere tijd gevoelsverlies had (doofheid) of ook krachtsverlies in de hand is meestal slechts geringe of geen verbetering te verwachten. De onaangename sensaties verdwijnen vaak wel, maar soms ook niet. Het herstel kan maanden duren.
Wanneer u thuis pijn hebt, kunt u een pijnstiller nemen. Omdat Aspirine® uw bloed verdunt, kunt u beter een pijnstiller nemen met Paracetamol.
U mag 6 weken niet zwaar tillen. Het is verstandig om de elleboog 2 weken rust te geven in verband met de wondgenezing. Als er na 2 weken geen wondproblemen zijn, kunt u geleidelijk weer met uw normale bezigheden beginnen.
Als u één van de volgende symptomen heeft, moet u contact opnemen:
Versie: 00484 Elleboogzenuw vrijleggen (Ulnarolyse) 2025-06