Longfunctie onderzoek bij Kinderen

Uw kind mag voor een longfunctieonderzoek gewoon eten en drinken. In onderstaande lijst ziet u welke medicijnen het onderzoek kunnen beïnvloeden. Er staat ook bij of uw kind tijdelijk moet stoppen met een bepaald medicijn. Is uw kind benauwd? Dan is gebruik van een luchtwegverwijder altijd toegestaan. Laat dit dan wel even weten aan de longfunctieassistent.

Kortwerkende luchtwegverwijders waarmee uw kind tenminste acht uur voor het longfunctieonderzoek moet stoppen:

• Salbutamol (Ventolin®, Airomir®)
• Terbutaline (Bricanyl®)
• Ipratropiumbromide (Atrovent®)
• Fenoterol + ipratropiumbromide (Berodual®)

Uw kind mag de volgende medicijnen gewoon gebruiken, tenzij de kinderarts anders aangeeft:

• Budesonide (Pulmicort®)
• Beclometason (Qvar®)
• Ciclesonide (Alvesco®)
• Fluticason (Flixotide®)
• Formoterol (Oxis®, Foradil®)
• Salmeterol (Serevent®)
• Fluticason + Salmeterol (Seretide®)
• Budesonide + Formoterol (Symbicort®)
• Montelukast (Singulair®)

Met deze blaastest meten we de kracht en inhoud van de longen. Uw kind krijgt een mondstuk in de mond en een klemmetje op de neus. De assistent vraagt uw kind om zo diep mogelijk in te ademen. Daarna blaast het kind zo hard en zo lang mogelijk uit. Deze test herhalen we een paar keer achter elkaar. Het onderzoek duurt ongeveer 15 minuten.

Soms herhalen we het longfunctieonderzoek nog een keer. Dat doen we als het nodig is om het kind een luchtwegverwijder (salbutamol) te geven. Het onderzoek duurt dan ongeveer 30 tot 45 minuten.

Als dat nodig is onderzoeken we de gevoeligheid van de luchtwegen. Dat doen we met een provocatietest. Het kind ademt een stofje in dat de luchtwegen prikkelt. Mogelijk gaat het ervan hoesten of wordt het kortademig. Na afloop van het onderzoek krijg uw kind een medicijn (salbutamol) om de luchtwegen te verwijden. Het onderzoek duurt ongeveer anderhalf uur.

Na toediening van salbutamol kan uw kind zich trillerig voelen en/of hartkloppingen krijgen. Deze klachten verdwijnen snel. Na het longfunctieonderzoek kan uw kind naar huis of school en mag het de eigen medicijnen weer gebruiken.

De kinderarts bespreekt de uitslag van het onderzoek met u en uw kind.